SCHOOL/ We hebben niet "meer Europa" nodig, maar wel het beste (en de Indicaties vertellen ons welke dat is)

Draghi's kritiek op de EU raakt ook scholen, met name de bètavakken. De nieuwe nationale richtlijnen zijn nuttig.
De interessante toespraak van Mario Draghi tijdens de bijeenkomst in Rimini, die door de nationale pers werd geïnterpreteerd (en dat had ook niet anders gekund) als een beslissende stap naar een Europese politieke overwinning, heeft ook belangrijke gevolgen voor de Italiaanse scholen. Hierover is overigens nog niets gezegd (althans tot nu toe).
Meer of minder Europa op school? Dat is de vraag. Waarbij Europa niet alleen verwijst naar de omgevingen, klimaten en historisch-politieke gebeurtenissen die, bij nadere beschouwing, een fundamentele rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van het hele wereldsysteem door de moderne geschiedenis heen.
Maar bovenal is er de reeks indicatoren en bijbehorende evaluatie-indices die Europa heeft bedacht, meest recent bestaande uit de acht sleutelcompetenties voor levenslang leren (functionele geletterdheid; meertaligheid; wiskunde en basiscompetenties in wetenschap en technologie; digitaal; persoonlijk, sociaal en leren leren; sociaal en burgerschap; ondernemerschap; cultureel bewustzijn en culturele expressie) vergezeld van de aanbevelingen van de Raad (mei 2018).
Draghi's rapport voor Europa, gepubliceerd in september 2024 ( De toekomst van het Europese concurrentievermogen ), besteedt ook aandacht aan onderwijs en benadrukt hoe het Oude Continent op dit gebied achterloopt op de Verenigde Staten. Hoewel Europa ernaar zou moeten streven de Verenigde Staten te evenaren op het gebied van innovatie – zoals het rapport aangeeft – zouden we ernaar moeten streven de Verenigde Staten te overtreffen in het aanbieden van onderwijs en mogelijkheden voor volwassenenonderwijs.
Europa, zo vervolgt het rapport, gaat een ongekende periode in zijn geschiedenis in, waarin snelle technologische veranderingen en sectorale transities samengaan met een krimpende beroepsbevolking. In deze context moet Europa ervoor zorgen dat de beschikbare vaardigheden optimaal worden benut en tegelijkertijd de integriteit van zijn sociale structuur behouden blijft. Wat deze doelstellingen betreft, zo stelt het rapport, bestaan er nog steeds aanzienlijke verschillen.
Europa produceert weliswaar hooggekwalificeerd talent in de wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (STEM), maar het aanbod is beperkt. Europa produceert jaarlijks ongeveer 850 STEM-afgestudeerden per miljoen inwoners, vergeleken met meer dan 1100 in de Verenigde Staten. Bovendien wordt de talentenpool in Europa uitgeput door de braindrain naar het buitenland, die voortkomt uit meer en betere banen elders. Europa mist ook de vaardigheden die nodig zijn om digitale technologieën sneller door de economie te verspreiden en werknemers in staat te stellen zich aan te passen aan de veranderingen die deze technologieën met zich meebrengen.
Het Draghi-rapport uit 2024 velt een genadeloos oordeel over de staat van het onderwijs in Europa en waarschuwt dat "het tekort aan vaardigheden in Europa te wijten is aan de achteruitgang van onderwijs- en opleidingssystemen, die de beroepsbevolking niet voorbereiden op technologische veranderingen." Een blik op de systemen van het Programme for International Student Assessment (PISA) laat zien dat het opleidingsniveau in de Europese Unie daalt. De topposities in recente PISA-rapporten worden gedomineerd door Aziatische landen, terwijl Europa een ongekende achteruitgang heeft doorgemaakt.
Deze dalende trend heeft gevolgen voor zowel de gemiddelde cijfers als de topresultaten: in 2022 behaalde slechts 8% van de leerlingen in de Europese Unie een hoog niveau van bekwaamheid in wiskunde en 7% in lezen en wetenschap.
Hoewel het aantal STEM-afgestudeerden toeneemt, is het tempo onvoldoende om gelijke tred te houden met de groeiende vraag naar STEM-banen. Bovendien zijn er grote genderverschillen: er zijn bijna twee keer zoveel mannen als vrouwen. Om de doelstelling van ten minste 60% van de volwassenen die jaarlijks een opleiding volgen te bereiken, zouden ongeveer 50 miljoen extra werknemers een opleiding moeten volgen.
Hoe verhouden deze gegevens en waarschuwingen zich tot het huidige onderwijsbeleid van de regering?
Op meerdere niveaus, zou je kunnen zeggen. Het is geen toeval dat onlangs de nieuwe nationale richtlijnen voor kleuter- en basisonderwijs zijn gepubliceerd en dat er nieuwe curricula voor het voortgezet onderwijs worden ontwikkeld. Europa en de aanbevelingen van het rapport zijn duidelijk aanwezig. De strategische positie van STEM-vakken wordt herhaaldelijk benadrukt ("Wiskunde, natuurwetenschappelijk en technologisch onderwijs, verrijkt door een geïntegreerde en interdisciplinaire aanpak, vormen een strategische hulpbron voor het nastreven van het doel om burgers te ontwikkelen die in staat zijn complexiteit te begrijpen en te beheersen en plannen te maken voor de toekomst").
De nieuwe richtlijnen omarmen Europa echter niet als zodanig, maar behouden (terecht) de 'holistische' specificiteit die onze cultuur heeft verrijkt door het onderwijs te richten op 'een benadering die wiskunde, wetenschap, technologie, kunst en geesteswetenschappen verbindt'. Deze benadering, zo stellen de richtlijnen, overwint de versnippering van kennis en ondersteunt een organische eenheid die de ontwikkeling van creativiteit en innovatie kan bevorderen.
Vanuit het perspectief van een participatieve en collaboratieve visie van de leerling (zelfs tijdens terugkerende instructie, waarom niet!) stellen de richtlijnen voor om "leerlingen een geïntegreerde culturele visie op de geesteswetenschappen, wiskunde, wetenschap en technologie te bieden" om "hen enerzijds in staat te stellen zichzelf vol vertrouwen en bewust in de wereld te projecteren en anderzijds zichzelf te oriënteren en te observeren als proefpersonen die ondergedompeld zijn in de referentiecultuur."
Concluderend kan worden gesteld dat als Europa kloven moet dichten en het onderwijs aan jongeren en volwassenen moet verbeteren, de historische contextualisering van vakinhoud die de richtlijnen suggereren een interessante koerswijziging zou kunnen zijn die het waard is om in gedachten te houden. Meer Europa of minder Europa? Het betere Europa, zou je kunnen zeggen. Mits we het vanuit zijn wortels begrijpen.
— — — —
Wij hebben uw hulp nodig om u te kunnen blijven voorzien van kwalitatieve, onafhankelijke informatie.
İl sussidiario